De opgave in het kader van de energietransitie is groot en urgent. De omschakeling naar volledig klimaatneutraal (ons energiegebruik zelf opwekken zonder uitputting van natuurlijke bronnen) gaat daarom in etappes en raakt iedereen. Er zijn extra middelen beschikbaar gesteld door middel van het Transitiefonds Energie. Aangezien de ontwikkelingen snel gaan, komen we in 2020 met een nieuw aangescherpt beleidskader. We focussen op energiebesparing en het vergroten van de (grootschalige) opwek van duurzame energie. We geven zelf als gemeente het goede voorbeeld.
Wij willen Lingewaard mooi houden voor toekomstige generaties. In het Klimaatakkoord van Parijs is
afgesproken dat 192 landen, waaronder Nederland, ervoor zorgen dat de opwarming van de aarde
beperkt blijft tot maximaal 2 graden, en liefst 1,5 graad. Om deze afspraken te realiseren is het nodig
om maatregelen te nemen.
Onze doelstelling is om in 2030 55% CO2-reductie te hebben gerealiseerd en dat in 2050 sprake is
van een klimaatneutraal Lingewaard. Om CO2-uitstoot te beperken en een duurzame
energievoorziening voor de toekomst te garanderen, is landelijk en internationaal een transitie van
fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen gaande. Ook Lingewaard schakelt stapsgewijs
over naar 100% duurzame energie. Lingewaard heeft zich verbonden aan de afspraken in het Gelders
Energie Akkoord.
Om onze ambitie te realiseren is samenwerking meer dan noodzakelijk. Verbinding en communicatie
zijn hierbij sleutelbegrippen. We gaan onze inwoners, bedrijven en andere belanghebbende stap voor
stap meenemen in de ontwikkelingen en met de omliggende gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen
werken we aan een gezamenlijke Regionale Energie Strategie. Duurzaamheid biedt nadrukkelijk
kansen voor economische ontwikkeling en innovaties.
Verduurzaming is breder dan de energietransitie. Om deze twee concepten uit elkaar te halen hebben wij gekozen voor twee routes. Route 1 beschrijft onze activiteiten op weg naar een klimaatneutraal Lingewaard. Route 2 beschrijft hoe alle aspecten die onder duurzaamheid kunnen worden toegeschreven worden meegenomen in de reguliere activiteiten, zodat duurzaamheid zich nestelt in ons denken en doen.
Route 1) Energietransitie
De energietransitie bestaat uit twee uitdagingen. De eerste uitdaging is energie besparen en de tweede is om energie duurzaam op te wekken. Deze twee uitdagingen moeten samen uiteindelijk leiden tot een CO2 neutraal Lingewaard in 2050. De uitdagingen worden onafhankelijk van elkaar aangegaan maar de resultaten beïnvloeden onze ambities. Meer besparing betekent minder noodzakelijke opwek. De volgorde is belangrijk, besparen gaat voor opwekken.
1A: Energie besparen
Jaarlijks bespaart heel Lingewaard (gemeente, inwoners, bedrijven etc.) minimaal 1,5% aan energie ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze ambitie geldt totdat er nieuw beleid is vastgesteld. Deze ambitie is hoog als bedrijvigheid, productie, woningbouw en aantal inwoners toenemen.
1B: Duurzaam Energie opwekken
We hebben ons gecommitteerd aan het Gelderse Energie Akkoord (GEA) en hiermee aan het lokaal opwekken van duurzame energie en het uiteindelijk klimaatneutraal zijn in 2050.
Tussen 2025 en 2030 is NEXT-garden klimaatneutraal door inzet van grootschalige energieopwekking, zoals windenergie, thermisch zonne-energie en geothermie en hoge temperatuuropslag.
Route 2) Verduurzaming reguliere activiteiten/programma’s
De omslag naar duurzame opwek van energie is één aspect van verduurzaming. Wat we daarnaast willen bereiken is een algemeen ingeburgerd principe uit het milieubeleid: “de beste praktische toepassing van de best beschikbare techniek”. Dat geldt voor ons eigen handelen en dat vragen we bijvoorbeeld ook van bedrijven die een vergunning willen. “Beste techniek” gaat over de techniek die het minste energie verbruikt en het minst belastend is voor het milieu. De “praktische toepassing” heeft te maken met de balans tussen ecologie, economie en sociale aspecten. Meer specifiek betekent dit dat we aansturen op:
- Duurzame materiaalkeuze (circulariteit) en beheer/onderhoud;
- Hergebruik en vermindering van de afvalberg;
- Een inrichting van de fysieke omgeving die bestand is tegen de gevolgen van hoogwater, hevige regenbuien en langdurige droogte;
- Vergroting van de biodiversiteit.
Deze doelen zijn verwerkt in de verschillende programma’s.