De risico’s zijn hieronder weergegeven. Alle risico’s vanaf € 75.000 zijn in onderstaand overzicht opgenomen. Onderstaand overzicht geeft per risico aan of het een incidenteel of structureel risico (I/S) is en de wijzigingen ten opzichte van de jaarrekening 2018.
De risico’s in het oranje gebied hebben betrekking op financiën (1, 2), sociaal domein (3, 5) en de openbare ruimte (4). Voor deze risico’s geldt dat er beheersmaatregelen geïmplementeerd (moeten) worden ter beheersing van de risico’s. De risico's met een risicoscore van 15 of hoger lichten we hieronder nader toe.
4.1 Stijging kosten door overspannen markt
De aantrekkende economie heeft een effect op de uitkomst van aanbesteding van opdrachten die door gemeenten in de markt worden gezet. We zien een tendens dat inschrijvingen op aanbestedingen (o.a. afval en personeel) hoger uitvallen dan het budget dat daarvoor in de begroting is opgenomen. In de kadernota hebben we een inschatting van dit effect gemaakt en zo veel mogelijk het benodigde investeringsbudget daarop aangepast. Het blijft echter een inschatting. Het risico blijft dat we een voorgenomen investering niet binnen het beschikbare budget kunnen uitvoeren.
4.2 Middelen jeugdzorg in algemene uitkering
De extra middelen jeugdzorg voor de jaren 2019 tot en met 2021, die onderdeel uitmaken van de algemene uitkering, worden als structureel dekkingsmiddel aangemerkt. Voor de jaren 2022 en 2023 kan door de gemeente een stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ geraamd worden: per gemeente naar rato van de € 300 miljoen (in 2021). Voorwaarde is dat de gemeente zelf maatregelen neemt in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg en ggz mede gericht op beheersing van de kosten. Gemeenten spelen immers zelf ook een actieve rol in de transformatie en daarmee ook in het kunnen beperken van de uitgaven.
Het Rijk heeft met de VNG afgesproken dat in het najaar van 2020 nieuw onderzoek is afgerond. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek jeugdzorg, de ontwikkelingen van het gemeentelijke beleid en de besluitvorming van het volgende kabinet zal de situatie in 2022 en 2023 duidelijk worden. Indien het besluit van het nieuwe kabinet niet tijdig verwerkt kan worden in de gemeentebegrotingen 2021 dan geldt deze richtlijn ook voor de begroting 2021 en meerjarenraming 2022 – 2024. Indien er aanleiding toe is, kan er voor de begroting 2021 een nieuwe richtlijn geformuleerd worden.
4.3 Tekorten jeugdzorg
De tekorten in het sociaal domein zijn een landelijk probleem. Ook Lingewaard heeft hiermee te maken. Met name in de jeugdzorg is het structureel onzeker hoe de kosten zich zullen ontwikkelen ten opzichte van de landelijke vergoedingen. De getroffen beheersmaatregelen en de toevoeging vanuit de algemene reserve zoals vermeld in de kadernota zijn mogelijk niet afdoende om de stijgende kosten te dekken. Overschrijding van de beschikbare budgetten blijft hierdoor een reëel scenario.
4.4 Verkeerstechnische inrichting wegen
De gemeente dient er als wegbeheerder zorg voor te dragen dat de weg zodanig wordt ingericht en onderhouden dat hij geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Op diverse fronten blijft de verkeerstechnische inrichting van de weg achter ten opzichte van de wettelijke verplichtingen. Het van de weggebruiker gewenste gebruik van de weg behoort voort te vloeien uit de inrichting van de weg. De inrichting van de weg is echter niet altijd in overeenstemming met het geldende verkeersregime en dit leidt tot onduidelijke situaties. Hier is in de afgelopen periode aan gewerkt en is op verschillende locaties de verkeerssituatie aangepakt.
4.5 Aanbesteding hulpmiddelen Wmo
Het contract voor de hulpmiddelen Wmo (scootmobielen, rolstoelen etc.) loopt af op 1 november 2019. Het is een contract dat met 5 andere regiogemeenten is opgezet. Een nieuw contract is voorzien met een ingangsdatum van 1 mei 2020. Op basis van een uitgevoerde marktconsultatie is de verwachting dat een nieuw contract leidt tot een stijging van de huidige tarieven en dus een toename van de kosten.